Zorginstituut Nederland heeft een nieuw overzicht gemaakt van het patentverloop van de geneesmiddelen met het hoogste kostenbeslag in Nederland. Deze jaarlijkse update is gemaakt op basis van de gebruikscijfers van 2018, verkregen uit de GIP-databank. Hierbij zijn de extramurale en intramurale geneesmiddelen geselecteerd met een kostenbeslag van meer dan €40 miljoen en geneesmiddelen met een kostenbeslag van meer dan €10 miljoen die meer dan €50.000 per patiënt bedragen. Stollingsfactoren zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.
Er rusten vele patenten op een geneesmiddel, soms wel meer dan 100. Niet alle patenten zijn volledig blokkerend voor een fabrikant om een generiek of biosimilar op de markt te brengen. Op het belangrijkste patent wordt vaak een aanvullend beschermingscertificaat aangevraagd, een SPC (of Supplementary Protection Certificate). In deze update hebben we ons gericht op het aflopen van dit SPC. De datum waarop het SPC verloopt is een goede indicatie vanaf welk moment er biosimilars of generieken op de markt kunnen komen. Uiteraard kan het nog steeds zo zijn dat andere fabrikanten er vanaf zien om een generiek of biomisimilar op de markt te brengen. In het overzicht staat verder vermeld of er al generieken en biosimilars zijn geregistreerd. Een fabrikant mag een generiek of biosimilar wel registreren, maar het mag pas verhandeld worden als het patent verlopen is.
Biosimilars en generieken bieden naast keuzevrijheid voor de patiënt en zorgverlener, ook een interessant besparingspotentieel aangezien deze producten meestal goedkoper zijn dan het originele geneesmiddel. Op die manier wil de Horizonscan een zo volledig mogelijk inzicht geven in de marktwerking die mogelijk is in Nederland en een bijdrage leveren aan de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de Nederlandse geneesmiddelenmarkt.