Aandoening waarvoor de combinatiebehandeling is geregistreerd

Avelumab (Bavencio®) in combinatie met axitinib wordt gebruikt voor de eerstelijnsbehandeling van volwassen patiënten met gevorderd niercelcarcinoom (niercelkanker).

Sluis voor dure geneesmiddelen

De minister heeft avelumab (Bavencio®) voor deze indicatie in 2019 in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ geplaatst vanwege de hoge prijs. Plaatsing in de sluis houdt in, dat het middel is uitgesloten van vergoeding vanuit het basispakket totdat:

  • het Zorginstituut een positief advies heeft uitgebracht;
  • de minister succesvol over een prijsverlaging heeft onderhandeld; én
  •  er afspraken zijn voor gepast gebruik.

Wijze van beoordelen het door het Zorginstituut

Het Zorginstituut beoordeelt geneesmiddelen aan de hand van de 4 pakketcriteria:

  • Noodzakelijkheid: hoe hoog is de ziektelast voor de patiënt?
  • Effectiviteit: hoe goed werkt het geneesmiddel?
  • Kosteneffectiviteit: wat kost het middel ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
  • Uitvoerbaarheid: is opname van de behandeling in het pakket in de praktijk te realiseren?

Het Zorginstituut laat zich tijdens de beoordeling adviseren door 2 onafhankelijke commissies:

  • De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) toetst de gegevens aan de 'stand van de wetenschap en praktijk'. Met andere woorden: wat en hoe groot is het effect van het geneesmiddel voor de patiënt? Als er al een geneesmiddel of behandeling is voor de aandoening, dan wordt het geneesmiddel vergeleken met deze behandeling (ook wel de gebruikelijke of standaardbehandeling genoemd). Daarnaast wordt gekeken naar de kosteneffectiviteit: wat zijn de kosten van de behandeling ten opzichte van de gezondheidswinst voor de patiënt?
  • De Adviescommissie Pakket (ACP) is er voor de maatschappelijke afweging. De commissie kijkt naar de belangen van de patiënten die in aanmerking komen voor vergoeding van een bepaalde behandeling. Ook kijkt zij naar de belangen van patiënten met andere aandoeningen. Die willen namelijk ook graag dat de behandeling van hun aandoening wordt vergoed. Tot slot kijkt de commissie naar het belang van alle premiebetalers. Zij doet dit vanuit het principe, dat de basisverzekering maximale gezondheidswinst moet opleveren voor de hele bevolking.

Pakketadvies

Uit de beoordeling is naar voren gekomen dat avelumab in combinatie met axitinib als eerstelijnsbehandeling van patiënten met gevorderd niercelcarcinoom voldoet aan de ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Maar er zijn veel onzekerheden over de toegevoegde waarde van de combinatiebehandeling ten opzichte van de bestaande behandelingen voor deze aandoening. De onzekerheden zijn:

  • de onderzoeksgegevens zijn nog niet rijp genoeg om een uitspraak te kunnen doen over het effect van avelumab in combinatie met axitinib op algehele overleving van patiënten;
  • de toegevoegde waarde van avelumab in combinatie met axitinib ten opzichte van al bestaande behandelingen is onzeker, omdat de behandeling in de onderzoeken niet is vergeleken met de huidige standaardbehandeling;
  • er zijn geen aanwijzingen dat voor specifieke patiëntengroepen de behandeling een toegevoegde waarde heeft;
  • vanwege de komst van nieuwe behandelingen en de al bestaande mogelijkheden is het nog onzeker hoe het behandellandschap zich zal vormen voor deze aandoening;
  • het is voor de beroepsgroep nog niet duidelijk wat het optimale behandelingsalgoritme is.

Het Zorginstituut adviseert de minister voor Medische Zorg dan ook om avelumab in combinatie met axitinib voor deze indicatie niet op te nemen in het verzekerde basispakket.

Mogelijkheid voor herbeoordeling

Een herbeoordeling is mogelijk, als er zekerheid is over het effect van avelumab in combinatie met axitinib op de algehele overlevingswinst en de plaats binnen het behandelingsalgoritme van niercelcarcinoom. Het Zorginstituut verzoekt de beroepsgroep om binnen 1 jaar na het beschikbaar komen van nieuwe gegevens over de algehele overlevingswinst, opnieuw een standpunt in te nemen over de plaats van deze combinatie in de behandeling van volwassen patiënten met gevorderd niercelcarcinoom. Hierbij ziet het Zorginstituut graag ook antwoord op de vraag wat het optimale behandelingsalgoritme is voor de genoemde indicatie.