Huidige behandelopties |
Patiënten met chronische nierschade en diabetes mellitus type 2 (DM2) worden in Nederland behandeld met een ACE-remmer of een ARB om progressie van chronische nierschade tegen te gaan. Vanwege bijwerkingen wordt spironolacton (off-label) toegevoegd aan een ACE remmer of ARB in zeer specifieke gevallen (patiënten met een ernstige albuminurie). |
Therapeutische waarde |
Nog geen inschatting mogelijk
Deze inschatting doet geen uitspraak over de mogelijke opname in het pakket.
|
Onderbouwing |
Finerenone is selectiever voor de mineralocorticoïdreceptor dan spironolacton en heeft een grotere affiniteit dan eplerenone. Of dit ook echt meerwaarde heeft, moet blijken uit de klinische studies als meerwaarde ten opzichte van bestaande middelen (bijvoorbeeld hyperkaliemie) bovenop ACE-i en ARBs wordt aangetoond. In de FIDELIO-DKD fase 3 studie is aangetoond dat finerenone een meerwaarde heeft als toevoeging aan SOC (ACE/ARB). In deze studie liet finerenone een significante reductie zien van de kans op het primair gecombineerd renale eindpunt (tijd tot nierfalen; verlaging van de eGFR groter dan of gelijk aan 40% van baseline over een periode van tenminste 4 weken en renale mortaliteit). De studie heeft ook een significante reductie laten zijn bij finerenone van de kans op het gecombineerd secundair cardiovasculair eindpunt (tijd tot CV mortaliteit; niet-fataal myocardinfarct; niet-fatale beroerte of hospitaliatie voor hartfalen). Daarnaast heeft finerenone een gunstig bijwerkingsprofiel, vergelijkbaar met placebo. |
Toedieningsfrequentie |
1 maal per dag |
Dosis per toediening |
10 - 20 mg |
Bronnen |
NCT02540993, NCT02545049; Dojki et al. Curr Opin Nephrol Hypertens. 2017 Sep;26(5):368-374
Bakris GL, et al. N Engl J Med 2020; doi: 10.1056/NEJMoa2025845 |