Huidige behandelopties |
Anti-VEGFs: bevacizumab, ranibizumab, aflibercept, brolucizumab |
Therapeutische waarde |
Mogelijk meerwaarde
Deze inschatting doet geen uitspraak over de mogelijke opname in het pakket.
|
Onderbouwing |
In de fase 2 studie (BOULEVARD) met DME patiënten werd superioriteit ten opzichte van ranibizumab aangetoond. Bij patiënten die om de 16 weken faricimab ontvingen werd een verbetering van 11,4 letters BCVA ten opzichte van baseline geconstateerd. Bij de groep die elke 4 weken 0,5mg ranibizumab ontving was een verbetering van 9,6 letters BCVA ten opzichte van baseline te zien. De langere werkingsduur is een meerwaarde voor de patiënt. Op dit moment lopen er twee fase 3 studies YOSEMITE en RHINE. Deze studies zullen meer duidelijkheid moeten geven in de mogelijke meerwaarde en plaatsbepaling van faricimab bij behandeling. Indien er weinig bijwerkingen zijn, zullen oogartsen snel geneigd zijn om over te stappen op dit middel aangezien minder vaak een injectie nodig zal zijn. |
Toedieningsfrequentie |
1 maal per 4 maanden |
Dosis per toediening |
6mg |
Bronnen |
Fase 2-studie: NCT02699450 (BOULEVARD); Fase 3 studies: NCT03622580 (YOSEMITE); NCT03622593 (RHINE) |