Onderbouwing |
Blinatumomab is inmiddels een internationaal geaccepteerde en geïndiceerde behandeling in de volgende omstandigheden. Blinatumab zal voorgeschreven worden volgens de HOVON-NVVH richtlijn. Indien de patiënt na behandeling met 3 kuren chemotherapie (i.e na consolidatie 1b) nog MRD positief is (> 10-3), is blinatumomab behandeling geïndiceerd.
Blinatumomab voor patiënten met precursor B-ALL refractair of met een recidief binnen 12 maanden na eerste lijnsbehandeling, refractair, gedefinieerd als geen CR op standaard remissie-inductie/consolidatiebehandeling.
Blinatumomab voor CD19 en/of CD22 positieve precursor B-ALL (4). Bij > 50% blasten in het beenmerg voorafgaand aan de eerste blinatumomab infusie, is het advies corticosteroïden met of zonder lage dosis cylofosfamide te geven (maximaal gedurende een week); dit geldt voor blinatumomab gezien de verhoogde kans op cytokine release syndroom.
Blinatumomab voor patiënten met recidief precursor B-ALL meer dan 12 maanden na het einde van de eerstelijns behandeling.
Re-inductie met reguliere, intensieve combinatie-chemotherapie gevolgd door met 1 of 2 kuren blinatumomab. Na het bereiken van CR (op beenmergniveau), consolideren met alloSCT met sib/MUD (9/10 of 10/10)/cord of haplo-donor. |