Vanaf 12 december 2018 is onder meer een overzicht van de (veelal goedkopere) generieke middelen en biosimilairs beschikbaar. Een biosimilar is een biologisch geneesmiddel dat soortgelijk is aan het origineel, waarvan het patent is verlopen. Bovendien wordt bij een aantal middelen ook informatie getoond over het verlopen van het SPC (supplementary protection certificate) op het spécialité – het oorspronkelijke merkmedicijn. De datum dat de SPC verloopt is indicatief voor het moment waarop generieken en biosimilars mogelijk op de markt kunnen komen.
Oncologische geneesmiddelen hebben grootste budgetimpact
De Horizonscan laat ook zien dat de grootste budgetimpact wordt verwacht bij de oncologische geneesmiddelen. Dit komt met name door de nieuwe ontwikkelingen, maar ook de vele indicatie-uitbreidingen en combinatietherapieën die eraan komen. Een belangrijke ontwikkeling binnen de oncologie is CAR-T, een nieuwe vorm van immuuntherapie tegen kanker, waarvan de eerste geneesmiddelen inmiddels zijn geregistreerd en nog velen in aantocht zijn.
Binnen de Horizonscan is meer dan één derde van de records een indicatie-uitbreiding. De indicatie-uitbreidingen gelden vooral voor geneesmiddelen binnen de oncologie, longziekten en chronische immuunziekten.
Veel indicatie-uitbreidingen en combinatietherapieën
Bij de oncologische geneesmiddelen is zelfs meer dan de helft een indicatie-uitbreiding. Dat komt met name door veel uitbreidingen op het gebied van de PD-1 / PD-L1 -remmers zoals pembrolizumab en atezolizumab. PD-1 is een eiwit aan de buitenkant van bepaalde afweercellen. PD-L1 is een eiwit aan de buitenkant van de tumorcel. Deze 2 eiwitten binden aan elkaar. Als ze dat doen, worden de afweercellen niet actief. Het afweersysteem valt de kankercellen niet aan. De werking van deze geneesmiddelen is er dus op gericht om dit te voorkomen.
Meer dan een kwart van de oncologische geneesmiddelen betreft een combinatietherapie. Een opkomende trend is om PD-1 / PD-L1 remmers meer in combinatie te geven met andere therapieën bij met name longkanker.
Duurste individuele middelen in categorieën spierziekten en stofwisselingsziekten
De oncologische geneesmiddelen zijn echter niet de geneesmiddelen die het duurste zijn per patiënt per jaar. Bij de intramurale geneesmiddelen (middelen die in het ziekenhuis worden gebruikt) kunnen in de Horizonscan de duurste geneesmiddelen per patiënt per jaar gevonden worden binnen de categorieën ‘spierziekten’, ‘hemostase-bevorderende medicatie’ en ‘oogaandoeningen’.
Van de extramurale geneesmiddelen (verkrijgbaar bij de apotheek) vallen de duurste middelen per patiënt per jaar binnen de groepen ‘stofwisselingsziekten’, ‘neurologie’, ‘spierziekten’ en ‘oogaandoeningen’. In 2019 wordt bijvoorbeeld de gentherapie ‘onasemnogene abeparvovec’ verwacht voor de behandeling van patiënten met spinale musculaire atrofie type 1 (SMA type 1). De kosten van deze therapie zullen aanzienlijk zijn, gezien het gaat om een éénmalige behandeling. Dit geldt ook voor andere gentherapieën die in ontwikkeling zijn bijvoorbeeld Valoctocogene roxaparvovec (BMN 270) tegen hemofilie A en AMT-061 tegen hemofilie B.
Dure geneesmiddelen die extramuraal verwacht worden binnen de ‘stofwisselingsziekten’ betreffen ‘Pegvaliase’ tegen ‘Hyperfenylalaninemie’, bij patiënten met fenylketonurie (PKU), ‘Arimoclomol citraat’ tegen Niemann-Pick disease, type C (NPC). Een voorbeeld binnen spierziekten is ‘Edasalonexent’ tegen Duchenne Muscular Dystrophy.
Veel weesgeneesmiddelen
Ruim 150 geneesmiddelen in de Horizonscan bezitten de weesgeneesmiddelstatus, meer dan een derde van alle records. Ongeveer 20 van deze geneesmiddelen betreft veelbelovende geneesmiddelen gericht op noodzakelijke zorg (“unmet medical need”), ook wel PRIME geneesmiddelen genoemd door de EMA. Veelbelovende ontwikkelingen kunnen onder andere gevonden worden op het gebied van lymfeklierkanker, leverziekten en de niet oncologische hemotologie.
Openbaar en objectief overzicht
Met de Horizonscan Geneesmiddelen bieden het Zorginstituut en andere partijen in de zorg een integraal, openbaar en objectief overzicht van geneesmiddelen die op de markt verwacht worden. De Horizonscan richt zich op de intramurale en extramurale geneesmiddelen en kijkt 2 jaar vooruit, zodat onder meer:
- kennis over het op de markt komen van (innovatieve) geneesmiddelen wordt gebundeld en de toegang tot deze informatie wordt geoptimaliseerd;
- patiënten, behandelaars, ziekenhuizen, zorgverzekeraars en overheidsorganen vroegtijdig op de hoogte zijn van verwachte ontwikkelingen op het gebied van geneesmiddelen en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn;
- zorgverzekeraars en ziekenhuizen op basis van deze informatie hun inkoop beter kunnen organiseren en hun onderhandelingspositie als inkoper van geneesmiddelen kunnen versterken;
- behandelaren beter kunnen bepalen wat deze ontwikkelingen betekenen voor het behandelaanbod;
- het Zorginstituut beoordelingen van geneesmiddelen tijdig kan agenderen en voorbereiden.